5 lijstersoorten
1
De
lijster in het WTT, zie:
- balklèèster
- kramlèèster
-
lèèster
-
lèster
- schèèlèèster
- vlierscheut
2
De
namen van de lijster in Zuid-Nederland -- door dr. Jos Swanenberg
2.1
Zanglijster
Uit:
Lexicale variatie cognitief-semantisch benaderd - Over het
benoemen van vogels in Zuid-Nederlandse dialecten - dr. Jos
Swanenberg; Nijmegen 2000.
zanglijster (ook
zanglijnster): zeldz. Tilb., Noordmei., Peell., Zuiderkemp.,
Kleinbr., Hagel.,
Getel. en Cuijks, ook in Roosendaal,
Dongen, Meerle, Kalmthout, Geldrop, Retie, Mol en
Sterrebeek (37).
kleine zanglijster: Everberg.
treklijster: Nijnsel.
tuinlijster: Den Dungen.
boomlijster: Antwerpen.
loof lijster: Lot.
korenlijster: Vorselaar.
schijtlijster: Gilze-Rijen.
kleine lijster (ook klein
lijster): Roosendaal, Goirie, Ravels, Reusel, Cuijk, Breugel,
Turnhout,
Vorselaar, Budel en Everberg (12).
kleine lijsterd: Turnhout.
franse lijster: freq. in het
westen van het Bar., ook in Standdaarbuiten, Oudenbosch,
Wezemaal en Tienen (9).
kleine franse lijster: Rummen.
grauwe lijster: Vorstenbosch.
grijze lijster: Drunen.
lijster (ook lijnster):
freq. Brabants (55).
klijster: Budel.
titser: freq. Zuiderkemp. en in
het zuiden van het Antw., ook in Heverlee (12).
pitser: Donk bij Ekeren, Niel,
Retie, Vorselaar, Herentals en Geel (7).
spitser: Essen.
spitsertje (spitserke):
Antwerps Wb. 3: spitserke(n): soort van kleine lijster (rond
Antwerpen).
hoornmerel (oremei):
Turnhout.
slijkmerel (ook slijkmel):
Turnhout, Zevendonk en Kasterlee (4).
taartmerel: Turnhout.
vosse merel: Kasterlee.
ZANGLIJSTER
Totaal aantal opgaven: 153
Totaal aantal woordtypen: 24
Meest frequente woordtype:
lijster: 55

2.2
Grote lijster
Uit:
Lexicale variatie cognitief-semantisch benaderd - Over het
benoemen van vogels in Zuid-Nederlandse dialecten - dr. Jos
Swanenberg; Nijmegen 2000.
grote lijster: zeldz. Centr.-Zuidbr.
en Noordmei., ook in Nieuwkuijk, Goirle, Kalmthout,
Budel, Cuijk, Wezemaal, Leuven, Rummen
en Kumtich (15).
dikke lijster: Lot.
dubbele lijster (dobbel
lijnster, dobbel lijster, dobbele lijnster, dobbele lijster):
zeldz. in het
noorden van het Zuiderkemp., ook in
Wommelgem en Boekei (5).
dubbellijster
(dobbellijster): Turnhout, Boekei en Aarschot (3).
ballijster: freq. Antw., Mark.,
in het westen van het Bar. en het westen van het
Zuiderkemp., zeldz. Noorderkemp., ook in
Arendonk en Tisselt; Antwerps Wb. 1 (28).
balklijster (ook
balklijnster): freq. Noorderkemp., zeldz. Bar. en het westen van
het Tilb.,
ook in Herentals en Veerle. (20).
balklijsterd: Turnhout.
balk: Turnhout.
balglijster: Turnhout.
treklijster: zeldz. in het
noorden van het Kempenl., ook in Dongen, Meerie, Berkel, Breugel
en Lierop (8).
franse lijster: Wechelderzande.
waterlijster: Volkei.
schijtlijster (ook skijtlijster):
zeldz. Oostnoordbr. en in het oosten van het Bar., ook in
Berkel en Tilburg (9).
kroonlijster (ook
kroonlijngster, kroonlijnster): Herentals, Westerlo en Aarschot
(4).
paplijster: Droeshout, Opwijk en
Pamel (4).
todlijster: Tilburg.
plevierlijster: Heesch.
koelijster (koeilijster ):
Turnhout.
klamperlijster: Turnhout.
pieplijster: Oisterwijk.
kraaklijster: Gemert.
kwaklijster: freq. in het
westen van het Peell., ook in Breugel (5).
kweeklijster: Drunen, Berkel,
Boekei en Gemert (8).
schreeklijster (skreeklijster):
Rosmalen.
tjaklijster (djaklijster,
tsjaklijster): Bornem en Tienen (2).
taklijster: Berkel en Balen
(2).
sjoklijster: Steenhuffel.
gewone lijster: Roosendaal.
lijster: zeldz. in het westen
van het Hagel, en het zuiden van het Mark., ook in St.-Amands,
Woudrichem, Dinteloord, Tilburg, Nijnsel,
Lierop, Boortmeerbeek, Haps, Wanroij en Diest (16)
klijster: Budel.
kraker: Herentals (2).
kwaker: Budel.
ritser: Niel.
dubbele spitser: Essen.
sjachel: Mechelen.
sjachelaar (ook schochelaar):
Mechelen en Wezemaal (2).
tjakker: Mol.
bolster: freq. in het westen
van het Bar., ook in Oudenbosch en Standdaarbuiten (7).
hamster: Lubbeek en Kerkom (2).
vlierscheut: zeldz. Tilb. en
Kempenl. (7).
dikluis: Boom.
kantekster: Dilbeek.
klapekster: Nuland.
takmerel: Turnhout.
vosse merel (vosse mejel)
: Blauwberg.
GROTE LIJSTER
Totaal aantal opgaven: 175
Totaal aantal woordtypen: 45
Meest frequente woordtype:
ballijster: 28

2.3
Koperwiek
Uit:
Lexicale variatie cognitief-semantisch benaderd - Over het
benoemen van vogels in Zuid-Nederlandse dialecten - dr. Jos
Swanenberg; Nijmegen 2000.
koperwiek: freq. Getel., verspr.
Noordmei. en Zuiderkemp., zeldz. Tilb., ook in Roosendaal,
Meerle, Everberg en Heverlee (18).
wiekje (wiekske):
Herent.
treklijster: freq. in het
westen van het Bar., ook in Standdaarbuiten, Oudenbosch, Drunen,
Nieuwkuijk, Den Dungen en Middelrode
(11).
winterlijster: Rosmalen.
paplijster: Kapelle-op-den-Bos.
rooftijster: Droeshout en
Opwijk (2).
franse lijster (ook frangse
lijster, franse lijngster, franse lijnster): freq. Kemp. en in
het
zuiden van het Antw., verspr. Tilb., ook
in Bornem, Lot, Sterrebeek en Aarschot (30).
kleine lijster (ook klein
lijnster): Turnhout en Herentals (2).
rode lijster (zrooi
lijster): Vorstenbosch.
lijster: Dinteloord en
Roosendaal (2).
titser: Turnhout en Antwerpen
(2).
pitser: Turnhout.
strijker: Essen.
strijkertje (strijkerke):
Donk bij Ekeren.
klander (klanter):
Rummen.
kwispelstaartje (kwispelstetn):
Pamel.
KOPERWIEK
Totaal aantal opgaven: 76
Totaal aantal woordtypen:
1 6
Meest
frequente woordtype: franse lijster: 30

2.4
Kramsvogel
Uit:
Lexicale variatie cognitief-semantisch benaderd - Over het
benoemen van vogels in Zuid-Nederlandse dialecten - dr. Jos
Swanenberg; Nijmegen 2000.
kramsvogel: Moergestel,
Kalmthout, Den Dungen, Gemert en Kumtich (7).
kransvogel:
Roosendaal en Budel (3).
kramslijster: Turnhout.
kramlijster: Tilburg.
kamlijster: Gooik.
ballijster: Kalmthout en
Essen (2).
balklijster: Antwerpen.
balkenlijster:
Wechelderzande.
treklijster: Drunen,
Middelrode en Boekei (3).
winterlijster: Rosmalen.
tjaklijster (ook
dzjeklijster, tsjaklijnster, tsjaklijster): verspr. Kemp.,
ook in Aartselaar, Lier,
Opwijk en Wezemaal (8).
dubbellijster: Tilburg.
dubbele lijster
(dobbel lijster): Vorstenbosch.
grijze lijster: Droeshout
en Opwijk (2).
lijster: Tienen.
kwalster: Deurne (2).
sjachel (ook schachel):
Kontich, Retie, Broechem en Westerlo (4).
tjachel (ook tsjachel):
Ranst, Lier, Blauwberg en Aarschot (4).
sjakker: Diest.
tjakker (ook tsjakker):
freq. Antw., Noorderkemp. en in het noorden van het
Zuiderkemp.,
ook in Meerle en Nuland (17).
tjalker: Turnhout.titser:
Wommelgem.
vlierscheut (ook
flierscheut): Tilburg en Goirle (2).
blauwmerel (blauwmel):
Turnhout.
kanekster:
St-Kwintens-Lennik.
kraai (krowwe): Pamel.
roethanne: Rummen.
KRAMSVOGEL
Totaal aantal opgaven: 70
Totaal aantal
woordtypen: 2 7
Meest frequente woordtype:
tjakker: 1 7

|