Zwaluw
1
De
zwaluw in het WTT, zie:
- gèètemèlker
- gèètevoogel
- zwòlm
- zwòluw
2
De
namen van de zwaluw in Zuid-Nederland -- door dr. Jos Swanenberg
2.1
Boerenzwaluw
Uit:
Lexicale variatie cognitief-semantisch benaderd - Over het
benoemen van vogels in Zuid-Nederlandse dialecten - dr. Jos
Swanenberg; Nijmegen 2000.
boerenzwaluw: Roosendaal,
Oosterhout, Boom, Hooge Mierde, Genderen, Oirschot, Woensel,
Reek, Nijnsel, Dinteloord, Grave en
Cuijk (13).
boerenzwalf (boerezwelf):
Boxmeer.
boerenzwalfje (boerenzwalfke):
Drongelen (2).
boerenzwalm (ook boerezwolm,
boerezwulm): zeldz. Zuiderkemp., ook in St-Amands,
Roosendaal, Tilburg, Baal en Kumtich
(8).
boerenzwalling: Gemert,
Geldrop en Deurne in de Peel (4).
stalzwalm (ook stalzwolm):
zeldz. in het zuiden van het Hagel., ook in Turnhout en Kerkom
(5).
huiszwalf (huiszwolf):
Haaren.
huiszwalm: Etten.
huiszwaluw: Heeswijk.
huiszwalver (huiszwelver):
Rummen.
aardzwaluw: Cuijk.
zwaluw (ook zwoljuw, zwollew):
freq. Noordwestbr., Middennoordbr., Oostnoordbr., Westh.,
Cuijks en Bud., zeldz. in het westen van
het Kemp., ook in Scherpenheuvel; N.-Antwerps Wb.
(94).
zwaltje: Dilbeek.
zwalf (ook swelf, zwalve,
zwelf, zwolf): freq. Noordmei., Cuijks en Bud., zeldz. Holl.-Br.,
MaasI.
en in het westen van het Kempenl., ook
in 's Gravenmoer (39).
zwalfje (zwalfke): freq.
in het noorden van het Holl.-Br. (4).
zwalft (zwolft):
Bezooien.
zwalm (ook swalm, zwelm,
zwolm, zwulm): freq. Mark., Bar. behalve in het noorden, Antw.,
Tilb., Kemp., Zuidbr. behalve in het
zuidwesten en in het westen van het Getel., verspr.
Noordmei., zeldz. in het westen van het
Kempenl. en in het zuiden van het Holl.-Br. (83).
zwamel: Wommelgem en Ranst (2).
zwalver (zweiver, zwolver):
Diest en Rummen (2).
zwalling (ook swolling,
zwelling, zwolling): freq. Peell., ook in Gemert en Geldrop
(18).
nonnetje (nonneke):
Veerle.
patertje (paterke):
Zevendonk.
steker: Turnhout.
BOERENZWALUW
Totaal aantal opgaven: 285
Totaal aantal woordtypen:
2 3
Meest frequente woordtype:
zwaluw: 94

2.2
Huiszwaluw
Uit:
Lexicale variatie cognitief-semantisch benaderd - Over het
benoemen van vogels in Zuid-Nederlandse dialecten - dr. Jos
Swanenberg; Nijmegen 2000.
huiszwaluw: zeldz. Noordmei.,
ook in Geertruidenberg, Oosterhout, Berkel, Cuijk en Woensel
(9).
huiszwalf (huiszwelf,
huiszwolf): Nuland, Boxmeer en Vierlingsbeek (3).
huiszwalfje (huiszwalfke):
Drongelen (2).
huiszwalm (ook huiszwolm,
huiszwuim): Roosendaal, Herentals, Veerie, Baal, Boutersem,
Kapelle-op-den-Bos en Kumtich (7).
huiszwalling: Gemert, Deurne
en Asten (3).
kerkzwaluw: Berkel.
kerkzwalm: Mol.
kerkzwalling
(kerkzwelling): Gemert.
torenzwaluw: Wagenberg en
Huijbergen (2).
vensterzwalm: Lier.
muurzwalver (muurzwolver):
Diest.
steenzwaluw: Venhorst.
steenzwalm (ook sfeenzwolm):
Pamel, Lubbeek, Kerkom en St-Genesius-Rode (4).
stadzwaluw: Woensel.
stalzwalf (stalzwolf):
Haaren.
boerenzwalm: Nispen.
oeverzwaluw: Engelen en
Hintham (2).
oeverzwalm: Oud Gastel.
waterzwalm (waterzwolm):
Sterrebeek.
modderzwaluw: Huisseling.
gierzwaluw: Tilburg en
Berkel-Enschot (3).
gierzwalf (gierzwelf):
Beugen.
gierzwalm (gierzwolm):
Tilburg en Goirle (2).
gier: Etten.
bonte zwaluw: Nieuwkuijk.
kleine zwalm: Gilze.
zwaluw: Sleeuwijk, Drunen,
Dinteloord, Roosendaal, Gilze-Rijen, Reusel, Boom, Den Dungen
en Budel (10).
zwalf (zwolf): Rosmalen
en Middelrode (2).
zwalm (ook zwelm, zwolm):
zeldz. Noordwestbr. en Hagel., ook in St-Amands, Tilburg,
Oisterwijk, Turnhout, Mol, Kerkom,
Tienen en Boortmeerbeek (17).
zwalver (zweiver):
Rummen.
zwalling: Gemert en Geldrop
(3).
nonnetje (ook nonneke,
nonneken): freq. Bar. en Kemp., zeldz. in het zuiden van het
Tilb.,
ook in Standdaarbuiten, Oudenbosch,
Wommelgem, Ranst, Arendonk, Boekei en Gemert;
Antwerps Wb. 1 (39).
zustertje (zusterke):
Leende.
masoeurtje (maseurke):
Aarschot.
witgatje (ook witgakke,
witgatsje, witgatteke): Drongelen, Aartselaar, Tisselt, Everberg
en
Heverlee; Antwerps Wb. 1, N.-Antwerps Wb
(7).
snep: Berghem.
wilde geit: Mierlo.
HUISZWALUW
Totaal aantal opgaven:
1 36
Totaal aantal woordtypen: 37
Meest frequente woordtype:
nonnetje: 39

2.3
Oeverzwaluw
Uit:
Lexicale variatie cognitief-semantisch benaderd - Over het
benoemen van vogels in Zuid-Nederlandse dialecten - dr. Jos
Swanenberg; Nijmegen 2000.
oeverzwaluw:
Dinteloord, Aartselaar, Reek en Cuijk (4).
oeverzwalm:
Roosendaal, Veerle en Kumtich (3).
oeverzwalling:
Gemert.
kantzwalver
(kantzwolver): Diest.
kantzwalling:
Geldrop.
dijkzwalm
(dijkzwolm):
Goirle.
klipzwalm:
freq. in het westen van het
Bar., zeldz. Mark (7).
aardezwalm
(ook aardezwolm):
Lubbeek en Kerkom (2).
grondzwaluw:
Turnhout.
grondzwalm: freq. in het
westen van het Bar., zeldz. Mark., ook in Lier (8).
zandzwaluw: Turnhout.
zandzwalf (zandzwelf):
Vierlingsbeek.
zandzwalmpje (zandzwalmke):
Turnhout.
zandzwalling: Geldrop en
Deurne in de Peel (2).
zandputzwalm: Boutersem.
putzwaluw:
Niel.
maaszwaluw: Cuijk.
rotszwaluw: Turnhout.
steenzwalm (ook
steenzwolm): Retie, Baal en Lubbeek (3).
kotzwaluw: Turnhout.
kotzwalm: Antwerps Wb. 3.
jodenzwaluw: Drunen.
zwaluw: Nieuwkuijk.
zwalm (ook zwolm):
Lillo, Everberg en Herent (3).
zwalling: Gemert.
bruintje: Wommelgem.
OEVERZWALUW
Totaal aantal opgaven: 50
Totaal aantal
woordtypen: 26
Meest frequente woordtype:
grondzwalm: 8
2.4
Gierzwaluw
Uit:
Lexicale variatie cognitief-semantisch benaderd - Over het
benoemen van vogels in Zuid-Nederlandse dialecten - dr. Jos
Swanenberg; Nijmegen 2000.
gierzwaluw: Nieuwkuijk,
Roosendaal, Aartselaar, Reek, Cuijk, Haps, Budel en Everberg (9).
gierzwalm (ook gierzwolm,
gierzwulm): freq. Mark. en in het westen van het Bar., zeldz.
Tilb. en Zuiderkemp., ook in Retie,
Steenhuffel en Kumtich (18).
gierzwalling: Gemert (3).
gier: Tilburg.
schreekzwaluw (skreekzwaluw):
Vorstenbosch.
scheerzwalm: freq. in het
westen van het Bar., zeldz. Mark. (7).
steenzwaluw: zeldz. Antw., ook
in Dinteloord, Arendonk, Wechelderzande, Oelegem en
Boekei; N.-Antwerps Wb. (10).
steenzwalm (ook steenzwelm,
steenzwolm, steenzwuim): freq. Kemp., ook in Lillo, Meerle,
Sterrebeek, Boutersem en Tienen;
Antwerps Wb. 1 (19).
steenzwamel: Wommelgem en
Ranst (2).
steenzwalver (steensweiver):
Rummen.
steenzwats: Turnhout.
torenzwaluw. Gilze-Rijen.
torenzwalm: Gilze-Rijen.
kerkzwalling: Deurne.
stadszwalm: Vosselaar.
panzwaluw: Huisseling.
grote zwalm (ook grote
zwolm): Lubbeek en Kerkom (2).
zwaluw: Drunen en Tilburg (2).
zwalm (zwolm): Tilburg,
Droeshout, Opwijk, Boortmeerbeek en Leuven (5).
zwalver (zwolver): Diest.
anker: Turnhout.
ankertje: Antwerpen.
schreeuwer: Aarschot.
krijter: Heverlee.
steenkrijter: Oosterhout.
pieper: Boom.
zwier: Berkel.
GIERZWALUW
Totaal aantal opgaven: 94
Totaal aantal woordtypen: 27
Meest frequente woordtype:
steenzwalm: 1 9

2.5
Nachtzwaluw
Uit:
Lexicale variatie cognitief-semantisch benaderd - Over het
benoemen van vogels in Zuid-Nederlandse dialecten - dr. Jos
Swanenberg; Nijmegen 2000.
nachtzwaluw: Nieuwkuijk,
Moergestel, Volkel, Gemert, Cuijk en Budel; N.-Antwerps Wb. (7).
nachtzwalm (ook nachtzwolm,
nachtzwulm): zeldz. Zuiderkemp., ook in Roosendaal,
Turnhout, St-Amands, Kapelle-op-den-Bos,
Wezemaal en Kumtich (9).
nachtzwalling
(ook nachtzwelling): zeldz. Peell., ook in Gemert en Geldrop
(5).
zwaluw: Veghel en Cuijk (2).
zwalm: (ook zwelm, zwolm):
Huijbergen, Pamel, Leuven, Overijse en Tienen (5).
zwalver (zwolver):
Diest.
nachtraaf: Turnhout (2).
nachtschade (nachtschaai):
Turnhout en Arendonk (2).
nachtschaak: Turnhout.
nachtschaar: Turnhout.
avondschaar:
Turnhout.
kikvorsnachtegaal: Oirschot.
paduil: Goirle.
vliegende pad: verspr. Peell.,
ook in Oisterwijk en Blauwberg (7).
dwaasvogel: Antwerps Wb. 1.
geitenmelker (ook
geitemulker): freq. Zuiderkemp., zeldz. Oostnoordbr. en in het
zuiden
van het Antw., ook in Oosterhout,
Gilze-Rijen, Lubbeek en Boutersem (26).
pieper: Den Dungen.
ratelaar: freq. in het westen
van het Bar., ook in Oudenbosch en Standdaarbuiten (7).
heiratelaar: Drunen.
motocyclette (motseklet):
Turnhout.
mottenpakker: Vorselaar.
mottenvanger: Edegem.
NACHTZWALUW
Totaal aantal opgaven: 84
Totaal aantal woordtypen: 22
Meest frequente woordtype:
geitenmelker: 26

|