peer - pèèr - pirke
samengesteld door Ed Schilders -
2011-08-12

Cees robben - detail uit Prent van de
Week 27 september 1985- detail © CuBra- CRStichting
Dirk Boutkan:
(blz. 22) pèèr naast peer
Dialectenquête 1879:
pruimen en père (meestal: pruim en père) (ui = eu van fr . Meuse)
Weijnen, Dialectatlas van N.-Brab. (1952):
die pèèr is nie rèèp
Brabantse Spreekwoorden, Mandos:
de gèlste pèère wòrren et irst geplokke (Pierre van Beek: TT'70) - de gekste
meisjes lopen het eerst tegen de lamp (woordspeling: geil ) ook
Stadsnieuws:
150106
mèèlpèèr(e)
WNT MEELPEER - droge, meelachtige peer, zonder
sap
sèùkerpèèr(e)
WBD Suikerpeer = Kweepeer: 'Deze welriekende
vruchten hebben een harde goudkleurige schil als ze rijp zijn en het
vruchtvlees is stevig en romig. Ze worden gebruikt voor jam en gelei
en als smaakmaker voor vlaaien.'
juutepèèr(e)
WTT: Frans Verbunt: zomerpeer
de etymologie is onduidelijk
klapse pèèr(e)
Pyrus communis 'Clapps Favourite' is de eerste
oogstbare peer van het nieuwe fruitseizoen. In de tweede helft van
augustus worden ze geplukt. Heerlijk sappig, maar een beetje flauw
van smaak. De peren zijn heel slecht te bewaren. Ze kunnen worden
verwerkt tot peren op siroop, hoewel de wat flauwe smaak ook hier
een rol speelt. Deze peer (Clapp's Favourite) is gekweekt door
Thaddeus Clapp uit Dorchester (Mass) U.S.A. in 1860. Sinds 1867
verspreid. (Diverse internetbronnen 2011; o.a.
http://www.tuinkrant.com/plantengids/fruit/11213.htm
(Gôolse) wringpèèr(e)
Onze Volkstaal II, J.C. Groothuis -
Woordenlijst van het Neder-Betuwsch dialect: Vringpèèr
(d. i. wringpeer) — zeker soort winterpeer.
WBD III.2,3.32: wring = wrang
kweejpèèr(e)
WNT KWEE - benaming voor de vruchten van bomen
als Cydonia vulgaris (familie der
Pomaceae)
|